De ‘afrometer’ wordt gebruikt om de druk van het koolzuurgas in de schuimwijn te meten.
Mousserend dus 2204 10 ..
Voor de juiste tariefindeling is het noodzakelijk om die druk te meten. Ligt de druk van het koolzuurgas bijvoorbeeld hoger dan 3 bar bij een temperatuur van 20°C, dan mag men spreken van “mousserend” zoals het bij een echte champagne hoort te zijn.
Champagne wordt dus ingedeeld onder de mousserende wijnen “2204 10….”
Méthode Champenoise
Bij de productie van mousserende witte wijnen, worden de druiven voor het gisten geperst en hieruit ontstaat witte wijn. Die wordt vervolgens gebotteld in flessen met een kroonkurk en men voegt een afgemeten hoeveelheid gist en suiker toe. Deze suiker dient niet om de zoetheid van de wijn te bepalen, maar als voeding voor de gistcellen. Hierdoor vindt er een tweede gisting plaats. Het koolzuur dat hierbij ontstaat, blijft opgesloten in de fles, wat de champagne zijn beroemde bubbels geeft. Deze beroemde methode van tweede gisting op de fles noemt men de "Méthode Champenoise".
Het was keldermeester Frair Oudart die aan het einde van de 17e eeuw als eerste de geheimen van de gisting op fles beheerste.
Hoe langer men de flessen zo bewaart, hoe complexer de champagne zal worden. Wettelijk gezien moet dit 15 maanden zijn, maar de meeste huizen bewaren de wijn 3 jaar en zelfs 6 jaar voor de topdomeinen.
Na een wettelijk vastgestelde periode gisting op fles, wordt er na het verwijderen van de gistprop uit de flessenhals (dégorgement) een bepaald percentage likeur/wijn/suikeroplossing aan de al mousserende wijn toegevoegd (dosage), waardoor er verschillende typen champagne ontstaan. Hierbij onderscheiden we: Brut, Extra Sec, Sec, Demi Sec en Doux.
Methode Traditionelle
Vanwege het feit dat het ook gaat om een wijn met een beschermde oorsprongsbenaming krijgt deze lekkere drank het volledige tariefnummer 2204 10 11
Al sinds 1522 worden er in de Champagne wijnen gemaakt. De wijn moet aan drie condities voldoen alvorens het de naam “champagne” mag dragen:
1. Het moet “mousserende” wijn zijn
2. Afkomstig zijn uit de streek Champagne
3. De wijn moet het productieproces “méthode champenoise” ondergaan hebben
Sinds 1994 wordt binnen de Europese Unie voor mousserende witte wijnen die niet uit Champagne komen, maar wel volgens de methode champenoise zijn gemaakt, de term "méthode traditionelle" gebruikt. Buiten de EU wordt de term "méthode champenoise" nog wel gebruikt, maar deze wijnen mogen niet in het verenigd Europa worden geïmporteerd
Volgens de Franse wijnwet moet een champagne worden gekenmerkt door de herkomstnaam op het etiket en de kurk en tevens moeten de kisten waarin de champagne zal worden getransporteerd voorzien zijn van de opdruk “Champagne”.