Burenpraat
De dienstgeleider van de Sectie Colditz
Als je dienst deed in de Rotterdamse havens kreeg je overdag steevast controle van je eigen dienstgeleiders en in de avond- en nachtdienst door dienstgeleiders van andere secties.
De controles van de avond- en nachtdiensten waren het ergste en het meest onverwachte wat je als buitendienstambtenaar kon overkomen.
Kon je collega je overdag nog bereiken met de tip: ‘controle’, tijdens de nacht werkte je meestal alleen. Een enkele keer belde de portier van het terrein of de locatie om je te waarschuwen, mits je uiteraard ‘on speeking terms’ met hem was.
Op een avond was ik bezig met de controle van een stuk of vijf loodsen en plotseling, vanuit uit het niets, stond daar de dienstgeleider van de Sectie ‘Colditz’.
Hij was een van de meest gevreesde dienstgeleiders omdat hij bij controle altijd en overal opdook. Hij vroeg aan mij enige details, was schijnbaar tevreden en wenste me nog een prettige avond…
Op dat moment kreeg ik het spreekwoordelijke natte voeten gevoel en ik verdween achter een stapel containers op zoek naar de dienstgeleider die, leek het wel, verzwolgen was door de aarde.
Ik kon hem niet vinden en toen ik na een minuut of tien weer tevoorschijn wilde komen, zag ik vanuit mijn ooghoeken iets bewegen. De dienstgeleider had zich verscholen achter een stapel lege pallets en stak een sigaret op.
Ik schrok me een hoedje en stapte terug achter de containers. Op dat moment voelde ik een vlijmende pijn in mijn rechtervoet. Ik vloekte en kermde het uit. Ik was met mijn rechtervoet op een plank stuwhout gaan staan in een joekel van een spijker, die me dwars door mijn schoen heen ‘lachend’ aankeek, bij wijze van spreken dan. In die tijd hadden we nog geen zware, door het Rijk verstrekte veiligheidsschoenen.
Ik strompelde wat naar voren, maar het voelde net als een lange ski die raar met je voet verbonden was. Opeens was de dienstgeleider bij mij, ging op de plank staan en gaf me een duw. Ik schreeuwde van de pijn maar de spijker was uit m’n voet. Hij ondersteunde mij naar de dichtstbijzijnde portier en die belde vervolgens de ambulance. In
het ziekenhuis kreeg ik een tetanusinjectie en werd de voet ontsmet en verbonden. Even later stond hij er weer. Waar deze man elke keer vandaan kwam, blijft me tot op de dag van vandaag voor mij een raadsel. Hij bracht mij terug naar de loods met de vraag of ik op eigen kracht naar huis kon rijden. Toen ik bevestigend antwoordde, zei hij: ‘Ga maar gauw en neem iets in tegen de pijn’.
Thuis gekomen was ik natuurlijk de meest zielige man van dat moment en mijn partner vertroetelde me met knuffels en een stevige borrel. Het kind, intussen ook wakker, fantaseerde er de volgende dag lustig op los: “Mijn papa is thuis. Die is vannacht ‘door zijn voet geschoten door z’n baas’. Maar, hij huilde niet!”
Moraal van het verhaal: de dienstgeleider van de Sectie ‘Colditz’ - één van de secties in de Waalhaven die was vernoemd naar de gelijknamige serie op tv -bleek een zorgzaam iemand te zijn, die onmiddellijk ingreep en alles regelde. Zo zie je maar hoe je je kunt vergissen.
Smokkelaartje
N.v.d.r. Colditz was een Britse televisieserie, uitgezonden in de jaren ’70, die ging over krijgsgevangenen die tijdens de Tweede Wereldoorlog waren opgesloten in Oflag IV C in het Slot Colditz en proberen te ontsnappen.