Op 30 mei kreeg de tijdelijke tentoonstelling “Uw Vaderland nuttig zijn – D&A tijdens de Grote Oorlog” toch wel speciale bezoekers over de vloer. Het ging immers om enkele rechtstreekse afstammelingen van Emile Stévigny. Deze was tijdens WO I ontvanger van de directe belastingen en accijnzen in Maaseik en zoals een aantal van zijn collega’s koos hij resoluut voor verzet tegen de Duitse bezetter.
Emile stond mee aan de basis van een netwerk dat voor de geallieerde zaak onder andere militaire inlichtingen en naar schatting 3000 Belgische oorlogsvrijwilligers het land heeft uit gesmokkeld naar neutraal Nederland. Dat de Duitsers helemaal niet gediend waren van dergelijke praktijken laat zich al raden en ze sloegen hard terug. Emile en een aantal van zijn medestanders werden genadeloos opgespoord en opgesloten.
Hij werd uiteindelijk zelf door een Duitse militaire rechtbank ter dood veroordeeld en eind 1917 in Brussel terechtgesteld. Zijn offer heeft indertijd veel indruk gemaakt binnen Financiën en daarbuiten. Zoals zijn nazaten nu met eigen ogen konden zien, kreeg Emile Stévigny niet voor niets de nodige aandacht in onze tentoonstelling.